Tegengeluiden: past het iedereen?

Vragen die vaak worden gesteld bij nieuwe onderwijsvormen, zoals democratisch onderwijs, zijn: spelen de kinderen alleen maar spelletjes? Hoe gaan ze op zoek naar kennis over zaken waarvan ze het bestaan niet kennen? Hoe weten ze wat betrouwbare informatie is?
Dit zijn inderdaad terechte vragen, maar deze en andere vragen kunnen ook gesteld worden over het reguliere onderwijs.
In het denken over onderwijs zijn vijf tegenstellingen zichtbaar:
- Er is een verschil tussen natuurlijk en vanuit jezelf leren tegenover docent-gestuurd onderwijzen.
- In hoeverre de zelfstandigheid van het kind centraal moet staan.
- Is de leerkracht een coach of de docent?
- Sluit de leeromgeving aan bij de maatschappij of juist niet.
- Is de school progressief of conservatief.
Voor democratische scholen en andere progressieve vormen van onderwijs geldt, dat ze uitgaan van natuurlijk leren, waarbij de zelfstandigheid van het kind centraal staat, de leerkracht een coach is en de leeromgeving aansluit bij de maatschappij. Deze keuzes vragen veel vertrouwen in het kind van begeleiders en ouders. Ook wijkt het af van het systeem dat we kennen en is het een moeilijk meetbare vorm van onderwijs. Zodoende is het ook niet vreemd dat mensen twijfelen aan progressief onderwijs.
En nee, democratisch onderwijs past niet iedereen. Net zoals, regulier onderwijs niet iedereen past. Het mooie aan onderwijs in Nederland is, dat de overheid vrijheid biedt voor verschillende vormen van onderwijs.
De filosoof Hannah Arendt is bijvoorbeeld tegen democratisch onderwijs. Volgens haar moet school cultuur doorgeven en de wereld laten zien. Volgens Arendt weten kinderen niet wat de wereld te bieden heeft als een volwassene hen hierbij niet stuurt en laat kennis maken met nieuwe informatie. Voor Arendt is het belangrijk dat kinderen leren denken en daardoor moeten ze hun oordeelsvermogen ontwikkelen. Dit ontwikkel je door in dialoog te gaan met anderen. Door samen te denken word je gedwongen je eigen standpunt te verwoorden en verhelderen. Dit is echter precies waar veel aandacht aan besteed wordt op democratische scholen.
Volgens de filosoof Immanuel Kant is het belangrijk dat kinderen leren hun intellectuele vaardigheden te ontwikkelen om autonoom te kunnen denken en morele oordelen te kunnen vellen. Dit kan volgens Kant alleen door goede opvoeding en goed onderwijs. Kinderen moeten gedisciplineerd worden om 'beschaafd' te worden gemaakt. Maar kinderen hoeven niet gestraft te worden, dan leren ze namelijk alleen maar hoe de straf te ontlopen.
De overeenkomst tussen verschillende filosofen is dat ze vinden dat onderwijs het kind morele waarden dient bij te brengen. Ook tegenwoordig zal elke school de leerlingen normen en waarden bij willen brengen. Over het doel wordt dus niet getwist, maar de manier waarop dat doel wordt bereikt blijkt open voor verschillende opvattingen en meningen. Dat is precies wat een democratie omarmt.

Klik door voor de volgende post..